Hemel
Mijn neef is overleden. Zijn nichtje van vijf komt afscheid nemen in het uitvaartcentrum. Haar moeder heeft haar verteld dat haar oom naar de hemel gaat. Dat is voor haar een bekend fenomeen: haar vader is daar ook. Onbevangen loopt ze naar de kist en kijkt naar de dode. Alleen zijn hoofd, bovenlijf en handen zijn te zien. Over zijn benen ligt een stevig wit laken, opgetrokken tot aan zijn middel. Er liggen wat veldbloemen op. Samen met haar moeder aait ze licht zijn wasachtige handen. Dan vindt ze het welletjes. Op weg naar buiten klinkt het opeens: mama, zijn zijn benen al naar de hemel?