Spread uit ‘Outs’, foto: Hans Gremmen
Van vriendengroep naar uitgeverij: in gesprek met Hans Gremmen van Fw:Books
Lotte Haagsma, gepubliceerd op de website van Metropolis M, 2 november 2021
Met zijn zorgvuldig afgewogen boekontwerpen bewijst Hans Gremmen van uitgeverij Fw:Books dat gedrukte media niet een-op-een door digitale media te vervangen zijn. De wetten van het boek worden bevraagd, binnenstebuiten gekeerd en ondersteboven gehouden. Op zoek naar vrijheid binnen de kaders van het boek.
Hans Gremmen vergelijkt het lezen van een boek met een bioscoopervaring. ‘Je gaat zitten, de lichten gaan uit, het gordijn gaat open en je geeft je over aan de wereld die gepresenteerd wordt: ineens is het niet vreemd als bomen beginnen te praten.’ Die vrijheid kun je volgens hem ook in een boek nemen. ‘Er bestaan bepaalde conventies, zoals een voorkant en een achterkant en dat je er lineair doorheen gaat, maar met die principes kun je spelen. Je kunt ze – letterlijk en figuurlijk – op hun kop zetten.’ Er was een tijd dat er veel aandacht en geld ging naar de ontwikkeling van digitale media, zoals e-books en apps, die het fysieke boek zouden vervangen, herinnert Gremmen zich. Toch denkt hij niet dat het boek zal verdwijnen. ‘Dingen ontwikkelen zich verder, maar dat wil niet zeggen dat het een wordt ingewisseld voor het ander.’ Mensen die van lezen houden, houden het meestal bij boeken op papier. De e-reader heeft fans, maar echt doorgebroken is hij niet.
Bij het ontwerpen van boeken zoekt Gremmen vaak naar een hoofdspelregel die als een ruggengraat alles bij elkaar houdt. Zo drukte hij in het eerste boek dat hij ontwierp (2006) een zwart vlak over de helft van de foto’s. ‘Dat was best een brute daad, maar het klopte.’ Het boek vormde de afronding van een project van Anouk Kruithof en Jaap Scheeren, getiteld Het Zwarte Gat, dat uit een grote hoeveelheid zeer eclectisch materiaal bestond. Om daar een samenhangend geheel van te maken vatte Gremmen het idee op om iedere foto twee keer in het boek te plaatsen: een keer gewoon en een tweede keer met een zwart vlak eroverheen gedrukt. ‘Maar dat werd dodelijk saai. Uiteindelijk heb ik voor de geblokte foto’s andere – bijvoorbeeld mislukte – versies gebruikt. Het geldt voor veel ideeën: als je ze dogmatisch doorvoert werken ze niet. In de loop van het proces probeer ik zo’n zelfopgelegde regel weer te ontkennen of te ondermijnen, waardoor de lezer constant een beetje op zijn hoede en geconcentreerd blijft. Ik ben altijd op zoek naar dat ongemak.’
Een fotoboek heeft een andere functie en objectwaarde dan een kunstboek, meent Gremmen. ‘Bij andere vormen van beeldende kunst gaat het om objecten, een schilderij of ruimtelijk werk, waarvan eerst een reproductie moet worden gemaakt, om ze in een boek te kunnen presenteren. Die tussenstap heb je bij fotografie niet. Een foto is in eerste instantie een digitaal bestand, een dia of een negatief dat een drager nodig heeft om zichtbaar te worden. Hierdoor verdwijnt de grens tussen ‘origineel’ en ‘reproductie’. Een foto aan de wand is net zo goed een reproductie – of een origineel – als een foto gedrukt in een boek. Ik zie het maken van een boek als een hybride samenwerking met een fotograaf, die kan leiden tot een nieuw werk. Het boek wordt in een ideale vorm onderdeel van iemands oeuvre, en niet een slechts documentatie daarvan.’
‘Met Jaap Scheeren maakte ik het boek Fake Flowers in Full Colour, waarbij we een boeket bloemen wilden reproduceren zonder gebruik te maken van digitale reproductietechnieken. Om dat te doen maakten we in de studio vier boeketten die we met verf in respectievelijk cyaan, magenta, geel en zwart hebben beschilderd. Die monochrome stillevens fotografeerden we. Vervolgens heeft de drukker die vier beelden over elkaar heen gedrukt, in alle mogelijke combinaties. Dat leverde een in vier lagen full colour gedrukt boek op, dus met zestien lagen inkt.’ Later wilde een verzamelaar het werk op groot formaat kopen, vertelt Gremmen: ‘maar dat weigerde Jaap, omdat Fake Flowers in Full Colour alleen in het boek als origineel bestaat.’
‘Soms vraagt iemand van de pers om een pdf van een nieuw te verschijnen boek. Dat vind ik altijd een confronterende vraag. Van meer dan de helft van de boeken die ik vormgeef ziet de pdf, zoals die naar de drukker gaat, er niet uit. Het is geen logisch document. Ik maak nu bijvoorbeeld een boek dat op scherm helemaal negatief is, omdat het straks met goudkleurige inkt op zwart papier wordt gedrukt. Dit boek bestaat pas als het gedrukt en gebonden is. Het tactiele is altijd een heel belangrijk aspect van mijn boeken.’
Ongeveer de helft van zijn tijd besteedt Gremmen aan ontwerpen in opdracht, de andere helft is voor Fw:Books. Deze uitgeverij komt voort uit een vriendengroep die samen fotografie studeerde aan de Academie St Joost. Gremmen, ook student aan St Joost, voegde zich bij de groep om als grafisch ontwerper het tijdschrift vorm te geven waarin de vakmatige uitwisseling en gezamenlijke projecten neerdaalden. ‘Ik was net afgestudeerd en hield me vooral bezig met architectuur, maar met beeld werken beviel me goed. Ook in mijn eigen vormgevingspraktijk werkte ik steeds meer voor fotografen. Die boeken werden meestal in eigen beheer uitgegeven. Self published staat voor mij model voor een grote mate van vrijheid.’ Toen in 2008 Veenman Publishers failliet ging, werd Fw: officieel een uitgeverij. ‘Met een aantal fotografen die we goed kenden brachten we in kaart hoeveel boeken er van hen nog in voorraad moesten zijn. We brachten een bod uit dat geaccepteerd werd en enige tijd later stond er een vrachtwagen met boeken voor de deur. We werden meteen geconfronteerd met een belangrijke activiteit van de uitgever: het verzetten van dozen.’
Van de oorspronkelijke tien fotografen bleven uiteindelijk alleen Karin Krijgsman, Dieuwertje Komen en Petra Stavast betrokken bij de uitgeverij, en alleen de laatste bij de dagelijkse praktijk. ‘Dingen ontwikkelen zich op een natuurlijke manier,’ zegt Gremmen hierover. De groep functioneerde een tijd behoorlijk democratisch, maar voor je het weet ben je een vergaderclubje en zo zijn we dit initiatief niet begonnen. We zien elkaar nog regelmatig, bijvoorbeeld tijdens beurzen als Unseen en Paris Photo, en houden elkaar goed op de hoogte.’
Beslissingen over publicaties en aanverwante projecten worden in de praktijk door Gremmen en Stavast, die ook privé partners zijn, genomen. Vaak aan de ontbijttafel, voegt Gremmen daaraan toe. Dat is overigens niet waar de boeken worden gemaakt. Fw:Books houdt samen met Roma Publications kantoor aan de Nieuwe Prinsengracht in Amsterdam. ‘Roger was mijn docent op de academie en ik liep stage bij hem. Bij Roma zag ik dat je een uitgeverij niet met een businessplan hoeft te beginnen, maar dat deze uit een vriendengroep kan ontstaan waarmee je goed samenwerkt om dingen te maken die je belangrijk vindt.’
De wereld van de kunst- en fotografieboeken is een niche, benadrukt Gremmen. ‘Gemiddeld gaat het om 1000 exemplaren. Zo’n oplage blijft moeilijk inschatten. Onlangs stak de Amerikaanse fotograaf Alec Soth een half uur lang de loftrompet uit over het boek Encampment, Wyoming: Selections from the Lora Webb Nichols Archive, over een Amerikaanse fotografe die rond 1900 in Midden-Amerika een fotostudio had. Dan explodeert de vraag: internationaal vroegen boekwinkels erom, het werd besteld via onze webshop, de Franse tv besteedde er aandacht aan. Het boek was in een weekend uitverkocht.’
Ook het gouden boek is inmiddels uit. Outs bevat foto’s van zeventig fotografen. Zij leverden ieder een dierbare foto aan die steeds buiten hun projecten valt omdat deze er niet inpast. Om van de ongelijksoortige afbeeldingen een samenhangend geheel te maken, gebruikte Gremmen de tekst Brief Notes on the Art and Manner of Arranging One’s Books van George Perec uit 1978 als handleiding. De publicatie bevat een tekst waarin hij deze werkwijze uitlegt. Het resultaat is een gloeiende schaduwwereld van geliefde buitenbeentjes die digitaal onmogelijk te realiseren valt.
Klik hier voor de website van Fw:Books en het artikel op metropolism.nl.