Licht, vloeiend en sprankelend
Arnhem Centraal is af
Lotte Haagsma, gepubliceerd in de Gelderlander, op 20 november 2015
Alsof het nooit anders is geweest, zo vanzelfsprekend ligt het nieuwe station van Arnhem ingebed in zijn omgeving. De laatste hobbel is genomen, de stationshal is klaar. Eindelijk kan het door architectenbureau UNStudio ontworpen Arnhem Centraal in al zijn facetten gebruikt, beleefd en bewonderd worden.
Meer dan een gebouw is Arnhem Centraal een vervoersknooppunt waar reizigers in, uit of over kunnen stappen op nationale en internationale treinen, streek- en stadsbussen, auto’s en fietsen. Zo heeft de architect de opdracht dan ook opgevat. Alle aandacht gaat naar de verbindingen tussen de diverse vervoersmiddelen, die op verschillende niveaus zijn georganiseerd: de parkeergarage en fietsenstalling bevinden zich ondergronds, de busterminal en het stationsplein op de begane grond, en kantoren en woningen boven het station. De verschillende reizigersstromen ontmoeten elkaar in een spectaculair vormgegeven stationshal.
Die hal oogt als een overweldigende draaikolk van verdiepingen die in een vloeiende beweging op elkaar aansluiten. In het oog van de draaikolk bevindt zich een enkele pilaar, die zich vanuit de vloer opricht, openvouwt en overgaat in het dak. Als een ballerina die een pirouette maakt: licht, vloeiend en sprankelend.
Om een dans er zo moeiteloos uit te laten zien kost bloed, zweet en tranen. En dat geldt ook voor dit gebouw. De ingenieuze verbinding van de verschillende verdiepingen onder en boven de grond en de vloeiend vormgegeven overgangen in beton en staal, maakten de bouw tot een zeer lastige opgave. Het vernieuwende ontwerp van UNStudio vormde dan ook een flinke technische uitdaging. Het was een van de oorzaken van kostenoverschrijdingen en tergende vertragingen.
Mooi is de manier waarop er met licht gewerkt is. Het daglicht stroomt door de glazen gevel en een opening in het dak overvloedig de stationshal in. Als de reiziger in Arnhem aankomt en richting de stationshal loopt intensiveert het licht zich. Dit effect wordt versterkt door de kunstlichtstroken die in het met hout afgewerkte plafond zijn opgenomen. Boven de stationstunnel laten de perronoverkappingen daglicht door, dat zorgt – in combinatie met hun organische vormgeving – voor dramatische lichtdonkereffecten.
Van buiten is de terminal minder spectaculair. Hier zijn de bewegingen gestold in een vorm die niet bedacht lijkt om te imponeren, maar om de stromen netjes af te sluiten. Na de centrale hal waar alle bewegingen in een crescendo samenkomen, is het beeld naar de stad toe weer rustiger.
Arnhem Centraal is af en het is een bijzonder station geworden, met de aankomst- en vertrekhal als stralend middelpunt. Haast on-Nederlands, door zijn lichte kleur en vloeiende vormentaal. Tegelijkertijd sluit het reizigerslandschap dat in Arnhem is ontstaan prachtig aan op de natuurlijke hoogteverschillen van de stad.